“hun overdenkingen bekennende,”
Lucas 5:22
“Zie, waarlijk een Israëliet, in welken geen bedrog is.”
Johannes 1:48
“omdat Hij hen allen kende”
Johannes 2:24
“Jezus wist van den beginne, wie zij waren, die niet geloofden”
Johannes 6:64
“Want gij hebt vijf mannen gehad, en dien gij nu hebt, is uw man niet”
Johannes 4:18
“dat Gij alle dingen weet”
Johannes 16:30

